Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Gij zult dan al die volken [12]verteren, die de HEERE, uw God, u geven zal; uw oog zal hen niet verschonen, en gij zult hun goden niet dienen; want dat zoude u een [13]strik zijn. 12. Hebreeuws, eigenlijk, eten, opeten, en alzo voorts, verteren; dat is, gij zult hen vernielen, verdelgen, zonder verschonen of schromen, gelijk de spijs niet gespaard wordt, veel weiniger een roof van een wild dier. Vergelijk onder, hfdst.31 vs.17. 13. Zie Ex.23:33, en Ex.34:12; Richt.2:3.